Antwoord op parlementaire vragen Paul van Buitenen

Met enige vertraging alsnog een antwoord van de Raad op een schriftelijke vraag van Paul van Buitenen.

Vraag

Op 27 mei 2005 heeft er een bijeenkomst plaatsgevonden van de werkgroep van de Raad over Intellectuele eigendom (Octrooien), waar diplomaten en ambtenaren overleg hadden met betrekking tot het softwarepatenten dossier.

In een debat op 2 juni 2005 in de Nederlandse Tweede Kamer meldde staatssecretaris Van Gennip dat Nederlandse vertegenwoordigers zich dienden te onthouden van een Nederlands standpunt totdat de Kamer een standpunt heeft gevormd.

Uit de gelekte notulen van deze vergadering zijn beschreven, blijkt het tegendeel te gebeuren doordat Nederland stelling neemt tegen voorgestelde amendementen van het Europees Parlement.

1. Wie oefent controle uit op de diplomaten  en ambtenaren die in comités standpunten innemen die haaks kunnen staan op een uitspraak van een desbetreffende nationale overheid? Is dit de Europese Commissie of de desbetreffende lidstaat?

2. Hoe kan een nationaal parlement weten of de ambtelijke vertegenwoordigers toezeggingen van de nationale regering nakomen?

3. In welke relatie staan deze geheime bijeenkomsten tot het verdrag van Nice, waarin procedures zijn uitgeschreven waaraan de Comités zich moeten houden? (art. 202). Welke sancties bestaan er wanneer diplomaten en/of ambtenaren standpunten innemen terwijl de desbetreffende lidstaat zich nog niet heeft uitgesproken of toegezegd heeft om zich van een standpunt te onthouden?

Antwoord

(24-10-2005)

De Raad vermoedt dat de geachte afgevaardigde doelt op de vergadering van de Attachés intellectuele eigendom van 27 mei 2005, die gewijd was aan het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de octrooieerbaarheid van in computers geïmplementeerde uitvindingen.

Overeenkomstig het gebruikelijke Raadsbeleid inzake transparantie en openheid ten opzichte van het publiek zijn de officiële uitnodiging voor en de agenda van die vergadering (CM1885/05) automatisch beschikbaar gesteld voor het publiek en onmiddellijk op de website van de Raad (openbaar register) geplaatst, waar dit document nog steeds op staat.

Het secretariaat-generaal van de Raad heeft van deze vergadering geen notulen gepubliceerd.

Aangezien de besprekingen binnen Raadsorganen vertrouwelijk zijn, zal de Raad niet ingaan op de inhoud van de "gelekte notulen" waarvan de geachte afgevaardigde gewag maakt.

Daarnaast dient erop te worden gewezen dat artikel 202 van het EG-Verdrag in dezen niet relevant is, omdat werkgroepen van de Raad niet vallen onder de in dat artikel bedoelde comités.

Wat tot slot de specifieke vragen van de geachte afgevaardigde betreft over de wijze waarop effectief controle kan worden uitgeoefend op de vertegenwoordigers van de lidstaten, wenst de Raad erop te wijzen dat het niet aan hem maar aan de lidstaten zelf is om zo nodig gepaste actie te ondernemen teneinde ervoor te zorgen dat de standpunten die hun vertegenwoordigers binnen een Raadsorgaan over een bepaald onderwerp innemen in overeenstemming zijn met het regeringsbeleid